Taalvaardigheden

Leerdoel 2 - Taalvaardigheid

Zoals ik aan het begin van de blok aangaf heb schatte ik in dat mijn taalvaardigheden redelijk waren, maar niet goed genoeg om voor de klas te staan. Dit bleek ook uit de toetsen die ik heb gedaan op HBOTaaltoets.nl. Ik merkte dat ik moeite had met het toepassen van de werkwoordspellingsregels en grammaticaregels. Normaal schrijf ik mijn -d's en -t's wel goed, maar op het moment dat er zo een vraag wordt gesteld moet ik even opzoeken wat de regels ook al weer waren. Hetzelfde bij grammatica, ik moest even opzoeken hoe je een bijwoord en een lijdend voorwerp bepaalt. Ik heb mijn moeder, die vertaler is, ook de toetsen laten doen en zij haalde op veel onderdelen ook geen HBO-niveau; dat terwijl Nederlandse taal haar beroep is. We kwamen ook achter een aantal fouten en onduidelijkheden in de toets.

De feedback op sommige vragen kwam was vaak onduidelijk of kwam niet overeen met waar de zin over ging. Deze veranderde ook afhankelijk van of je de vraag goed of fout had beantwoord. Verder had de toets het over bijvoeglijke voornaamwoorden, terwijl je bijvoeglijke naamwoorden hebt en voornaamwoorden, maar gecombineerd komt deze term niet voor. Verder had de toets het over zelfstandige werkwoorden, terwijl de meeste mensen hoofdwerkwoord als term hebben geleerd.

Het viel mij op dat Nederlandse taalregels eigenlijk geen regels zijn, maar richtlijnen. De regels die ik  op school heb geleerd zijn niet de regels die je nu nog moet toepassen, en daar kwam een aantal van mijn fouten ook uit voort. Ik zal dus ook de nieuwe 'regels' moeten leren (tot ze deze weer wijzigen natuurlijk), zodat ik ook kan uitleggen waarom je iets op een bepaalde manier schrijft.

De resultaten van de toets kun je hieronder zien.