Rekenen/Wiskunde

Rekenen en wiskunde stelt leerlingen in staat om te functioneren in de samenleving en legt een basis voor vervolgonderwijs. Het is opgedeeld in vier domeinen: hele getallen, verhoudingen en procenten, meten en meetkunde. Het gaat hierbij niet alleen om het aanleren van vaardigheden, maar ook om het ontwikkelen van wiskundig inzicht en gecijferdheid. Gecijferdheid verwijst naar het vermogen om adequaat te kunnen handelen en redeneren in situaties waarin getallen en meetkundige aspecten een rol spelen. Dit begint al op jonge leeftijd en vormt een basis voor maatschappelijk functioneren.

Dat betekent dat ik als leerkracht zelf moet beschikken over professionele gecijferdheid, zodat ik naast de kennis ook de vaardigheid heb om wiskunde over te brengen. Ik gebruik het handelingsmodel om aan te sluiten op het niveau van de leerling. Ik heb gemerkt dat het vaak gebeurt dat niet iedereen op hetzelfde moment in dezelfde fase zit. Daarnaast kunnen leerlingen na een tijdje toch afzakken van bijvoorbeeld een abstract niveau naar een concreet niveau. Vooral wanneer de materie enige tijd niet geoefend is. Aan mij is de taak om dan betekenisvolle contexten de creëren waarbij ik de leerlingen kan ondersteunen. Ik merkte bijvoorbeeld in groep 5 dat de leerlingen veel moeite hadden met klokkijken. In aanvulling op hun reguliere werk heb ik met de kinderen een klokkijk-les gedaan. Deze bestond uit een klokkijk-memory om het onderwerp te introduceren. Daarna waren er klassikale oefeningen die we samen deden. Vervolgens gingen de leerlingen zelf aan de slag met een werkblad. Dat keken we klassikaal na en deden opnieuw klokkijk-memory als afsluiting. Door het spelelement verhoogde ik de betrokkenheid. Ik gebruikte modelling door de les heen en ik sprak de leerlingen aan op hun zelfstandigheid door het werkblad zelf na te kijken. Tot slot heb ik bij deze les gebruik gemaakt van ICT om het levendiger te maken.

Al deze elementen droegen eraan bij dat ik een les neerzette die voor alle leerlingen uitdagend was zonder dat het niveau te hoog was. Om dit te doen moet je bekend zijn met de leerdoelen en in staat is om ze te vertalen naar passend onderwijs. Differentiatie is hierbij van belang, aangezien de leerlingen in verschillende fases van het handelingsmodel kunnen zitten.

Het rekenonderwijs gaat niet alleen om het aanleren van procedures en algoritmen, maar ook om het ontwikkelen van probleemoplossend vermogen en wiskundig denken. Leerlingen moeten in staat zijn om wiskundige vraagstukken te begrijpen, te analyseren en op te lossen. Dit vraagt om een actieve en interactieve benadering van het onderwijs, waarbij leerlingen ruimte krijgen voor eigen inbreng en reflectie. Dit heb ik geoefend door bij de module Leren-rekenen een lessenserie te ontwerpen die voor verschillende leeftijden de verschillende domeinen behandelt. Bij elke les heb ik het handelingsmodel ingezet, de zone van naaste ontwikkeling en differentiatie aangeboden op drie niveaus.

Rekenen is nooit mijn sterkste punt geweest. Ik heb dyscalculie waardoor getallen mij vaak niets zeggen. Ik heb dan ook extra hard moeten werken voor de kennisbasistoets en de WisCat-toets. Ik heb daarvoor een 'Wereld in getallen'-werkboek doorgewerkt, de summercourse gedaan en de Beter-rekenen dagelijkse toetsjes. Dit heeft ervoor gezorgd dat ik allebei goed heb afgerond. Waar ik aan wil werken zijn mijn didactische vaardigheden. Bij groep 8 merk ik dat ik niet alles op meerdere manieren kernachtig kan uitleggen. Ik ga ervan uit dat dit met ervaring vanzelf zal komen.

De klokkijkles: de matrix, het werkblad en de digitale omgeving.

matrixklokkijken.pdf
LerenRekenenVerslag3FelicePelsmaeker.pdf

het fragment over rekenonderwijs eindigt om 10:00. In deze video wordt duidelijk uitgelegd hoe de kerndoelen vertaald worden naar een methode, en de visie onderbouwt waarom dit een goede keuze is.

Het verslag voor de module leren-rekenen.