Visie op digitale geletterdheid

De snelheid waarop de technologie zich ontwikkelt is onvoorstelbaar. Toen ik jong was bestonden mobiele telefoons nog niet. Vandaag vroeg ik aan ChatGPT of ik bang moest zijn dat hij mij ging vervangen. Gelukkig zei hij dat onze banen voorlopig veilig zijn. Of we het nou willen of niet, technologie is overal. Belangrijker: het verandert hoe wij omgaan met de wereld om ons heen.

 

De kinderen van nu weten niet beter. Die groeien op met een glimmende tablet waar welgeteld één knop op zit. Maar puur omdat ze ermee opgroeien, betekent het niet dat ze ook begrijpen hoe het werkt. Het betekent niet dat ze de gevolgen snappen van TikTok en YouTube. Het betekent niet dat ze oplichting kunnen herkennen. Ze worden niet digitaal geletterd geboren. De voortdurend veranderende technologie is een integraal onderdeel van ons leven geworden. Daarom vind ik het zeer belangrijk dat elke leerkracht ondersteuning kan bieden bij het navigeren in deze wereld, zodat alle leerlingen digitaal- en mediavaardig zijn.

 

Beeldschermen in de klas

Bij vernieuwende onderwijsconcepten zoals Montessori en de Vrije school, lijkt ICT niet te passen. Op een montessorischool worden hoge eisen gesteld aan het materiaal; het moet zintuigelijk, uitnodigend en beperkt zijn (Alkema et al., 2022). Het is lastig om te zien hoe een beeldscherm hierop aansluit, want de mogelijkheden zijn eindeloos en je interacties vinden meestal plaats achter glas. Iets vergelijkbaars gebeurd op een Vrije school. Rudolf Steiner ziet beeldschermbeelden als waardeloos omdat ze niet echt zijn, en volgens hem beperken ze imaginatief denken (Tessie, 2023).

 

Zelf ben ik het hier deels mee eens. Veel kinderen worden dagelijks uren blootgesteld aan schermen (NOS, 2023). Veel baby’s wel twee uur per dag! Het is niet goed voor de oogontwikkeling (Oogfonds, 2016). Daarnaast zie ik zelf hoe slecht de motoriek van veel kinderen is. Bij een workshop in groep 8, kon de helft van de kinderen niet met een stofschaar knippen. Het lukte ze niet om de schaar goed vast te houden. Kinderen worden tegenwoordig dikker en hebben een slechtere conditie.

 

Daarom trek ik de conclusie dat op scholen het gebruik van beeldschermen beperkt zou moeten houden. Het is belangrijk dat kinderen vooral leren door te doen; van interactie met elkaar en de omgeving.

Ze gaan buiten school vaak genoeg gamen bij vriendjes, surfen op TikTok en appen met vrienden. Daar hoeft op school niet heel veel schermtijd bij.

 

Maar dat betekent niet dat ik vind dat beeldschermen maar helemaal afgeschaft moeten worden. Omdat smartphones, tablets en computers een belangrijk onderdeel van het dagelijks leven uitmaken, is het belangrijk dat de leerlingen daar goed mee om leren gaan. Zowel praktisch ‘hoe werkt dit ding’ als qua mediagebruik. Dit kan bereikt worden door ICT-basisvaardigheden, informatievaardigheden, computational thinking en mediawijsheid onderdeel te maken van de dagelijkse onderwijspraktijk. Dit wordt valt in het curriculum onder de 21e-eeuwse vaardigheden (SLO, 2022).

 

Steiner zei zelf in 1922 (Rudolf Steiner School, 2020):

 “To use modern technology with no knowledge of how things work or how they were made is like being a prisoner in a cell without windows through which one could at least look into nature and to freedom.”

 

Hoewel ik geen fan ben van Steiners ideologie, slaat hij hier de spijker op zijn kop. Je móet weten hoe de technologie werkt. Daarom moeten kinderen hier goed in onderwezen worden. Vrijescholen en Montessorischolen zijn kritisch op hun houding ten opzichte van de wereld, en daar hoort ICT bij (Mizouri, 2017).

ICT is een middel, geen doel op zich. Daarom moet het deel uitmaken van de schoolervaring, maar in beperkte mate.

ICT basisvaardigheden

Het is lastig voor de leerkracht om altijd up-to-date te blijven met de laatste ontwikkelingen. Ik zie het dan ook als verantwoordelijkheid van de school om geregeld workshops en cursussen aan te bieden. Daarnaast moet een school zorgen voor variatie aan digitale materialen, zowel hardware als software, zodat leerlingen hun vaardigheden kunnen oefenen. In groep vijf heb waren er veel kinderen die de computermuis (linker en rechter muisklik) niet snapten. De meeste kinderen begrepen niet hoe een computer werkt, of waar hij dingen opslaat. Het is van belang dat de leerlingen dit soort vaardigheden wel ontwikkelen, ook al worden ze thuis niet aangeboden. Begrip van technologie helpt de kinderen zelfredzaam te zijn, zodat ze in de toekomst niet afhankelijk zijn van anderen.


Computational Thinking

Dit onderdeel van ICT vaardigheden zie ik als minder essentieel voor de ontwikkeling van het kind. Het gaat om problemen en oplossingen effectief te formuleren zodat je goed leert communiceren met een computer of mens (Kennisnet et al., 2016). Ik zie het als een hulpmiddel om leren makkelijker te maken en om talentontwikkeling te stimuleren. Het kan zowel als apart vak, als geïntegreerd onderwezen worden. Een combinatie van allebei lijkt mij ideaal. De vaardigheden kun je doelgericht aanbieden terwijl ze oefenen met het toepassen ervan binnen diverse vakken.

 

Informatievaardigheden

Ik zou dezelfde manier van onderwijzen kiezen voor informatievaardigheden. Het zoeken naar informatie en bron-kritisch zijn, moet langdurig geoefend worden. Door kinderen van jongs af aan kritisch te leren kijken naar advertenties, artikelen en informatie, leren ze vragen stellen over de aangeboden informatie. En dat leidt uiteindelijk tot  het vergelijken van bronnen, het kiezen van geschikte zoektermen en het beoordelen  van de waarde van de informatie (Informatievaardigheden, n.d.).

Het leren lezen van schema’s en grafieken zie ik als onderdeel van het rekenonderwijs, maar zou in mijn optiek, ook weer geoefend moeten worden bij andere vakken en activiteiten.

 

Mediawijsheid

Dit vind ik het belangrijkste aspect voor kinderen. Van jongs af aan krijgen kinderen te maken met media. Tegenwoordig kunnen ze allemaal zelf via een platform, anoniem deelnemen aan de mediasamenleving (Mediawijsheid.nl, 2022). Het is daarom essentieel dat ze heel bewust leren omgaan met informatie over zichzelf, met het contact met vreemden en het interpreteren van media. Mediawijsheid is een manier van denken die ze vanaf heel jong al ontwikkelen en nodig hebben. Alle andere vaardigheden kunnen tot op zekere hoogte worden aangeleerd wanneer ze nodig zijn, maar dat geldt niet voor mediawijsheid.

bron: SLO, 2023

Mijn ervaring met ICT vaardigheden

Op mijn laatste stageschool werd eens in de week (meestal, soms minder) via Basicly aandacht besteed aan digitale geletterdheid. Helaas heb ik dit vak zelf niet kunnen geven, maar ik heb wel Blits gegeven aan groep 8.

Blits richt zich op studievaardigheden waarbij mediawijsheid en informatievaardigheden ruim aan bod komen. Ik vond dit een overzichtelijke manier om actief bezig te zijn met deze vaardigheden. In mijn optiek is het echter niet voldoende om alleen hierop te leunen, en is het belangrijk om ook bij andere vakken kritisch te kijken naar media en gesprekken te voeren over informatiegebruik. Dit heb ik geregeld gedaan aan de hand van Blink lessen en Klokhuis. Door ruimte te maken om vragen te stellen aan de leerlingen, gingen we als klas in discussie over de waarde van informatie: wat zie je? wat denk je? en wat betekent het?, waren hierbij kernvragen.

 

Verder heb ik in groep 8 ook les gegeven in techniek. Dit bestond uit de leerlingen opdrachten uit laten voeren met lesdozen, robotjes bepaalde routes laten lopen en voor moederdag 3D-cadeautjes ontwerpen en printen.
Dit vonden de leerlingen erg leuk, maar vergde wel veel didactische vaardigheden van mij, want ik was zelf van te voren niet altijd bekend met alle aspecten van deze techniek. Gelukkig kon ik het vaak samen met de kinderen uitzoeken.

Technologie en innovatie

How China is using aritificial intelligence in Classrooms

Als ik naar dit filmpje kijk krijg ik het gevoel dat het een parodie is, maar dat is het niet. Ze beschrijven technologie die de hersenactiviteit meet van kinderen. Daarnaast worden de leerlingen via camera’s en robots geobserveerd. Al deze informatie wordt geïnterpreteerd door AI. Ze benoemen gelukkig zelf een groot nadeel: privacy. Het is nu nog een experimenteel, maar het is niet duidelijk wie toegang heeft tot al deze gegevens.

 

Het doel van dit geheel is om te kijken hoe goed, in real-time, leerlingen zich concentreren. De leerkracht kan indien nodig meteen ingrijpen. De ouders krijgen deze informatie ook, zodat ze precies weten wat hun kinderen doen op school en hoe goed ze zich kunnen concentreren. Gaapt je kind drie keer op een dag? Dan weet de ouder dat. De ouders kunnen ook de gegevens zien van de andere kinderen in de klas, zodat ze meteen kunnen vergelijken.

 

Wanneer ik dit hoor, lijkt de grens mij ver te zoeken als het gaat om privacy en persoonsgegevens.

Ik vind het belangrijk dat leerlingen autonomie ervaren. Ze moeten zichzelf kunnen reguleren, zelf keuzes kunnen maken en zichzelf kunnen motiveren. Ze worden met deze technologie zodanig gecontroleerd dat ze totaal geen autonomie krijgen. Elke keus die ze maken staat open voor kritiek. Elke keus kan consequenties krijgen. Elke keer dat een kind niet goed oplet krijg je te horen. Ik vind dat je kinderen dan niet langer beschouwt als individuen en je alleen maar richt op hun prestaties. Sowieso werkt het verzamelen van kwantitatieve data in de hand dat je alleen daaraan aandacht besteedt (Schildkamp, 2023).

 

Bovendien heeft bijna iedereen toegang tot zeer persoonlijke gegevens van het kind. Dit vind ik een inbreuk op de privacy van een kind; het kind heeft hierin immers  zelf niets te kiezen. De ouders of de overheid bepalen dat het verzamelen van privégegevens, belangrijker is dan de autonomie van het kind.

 

Tot slot zie ik het nut niet van data-verzameling op deze schaal. Meer data betekent niet betere data. Het is, aldus het filmpje, niet duidelijk hoe nauwkeurig de getrokken conclusies zijn. Het is ook niet duidelijk hoe AI beslissingen neemt.

 

In het filmpje geven ze aan dat de leerlingen beter zijn gaan presteren. Klinkt goed, maar is dat omdat ze intrinsiek gemotiveerd zijn om dat te doen? Of is dat omdat ze anders op hun kop krijgen van hun ouders? Mij lijkt dit vooral een vorm van extrinsieke motivatie. Stop je met het inzetten van deze techniek, dan verwacht ik dat de verhoogde resultaten niet beklijven. Dus op de lange termijn helpt het de leerlingen niet met hun studievaardigheden.

 

Aangenomen dat het goed werkt en er goed wordt omgegaan met de gegevens, zie ik wel nuttige toepassingen voor deze technologie. Een leerkracht zou deze kunnen gebruiken om zijn eigen vaardigheden te verbeteren. Wanneer weet hij de aandacht te pakken en wanneer raken de leerlingen afgeleid? Ook bij kinderen met leerproblemen kan het diagnostisch worden ingezet.

Ten slotte denk ik dat voor een onderzoek je zoiets best enige tijd zou kunnen proberen in een klas. In alle gevallen vind ik dat ouders geen toegang moeten hebben tot de gegevens, want voor mij moet een leerling niet thuis de consequenties krijgen van zaken die op school plaatsvinden.


Aan het begin van mijn visie noemde ik ChatGPT

 

ChatGPT is een van de eerst goed bruikbare, publieke AI’s. Hij is zo krachtig dat hij een propedeuse ‘behaald’ heeft (BRON, 2023). AI’s zoals ChatGPT gaan onderdeel uitmaken van de toekomst. Naarmate ze ontwikkelen zullen ze krachtiger en levensechter worden. Leerlingen gebruiken ze nu al om verslagen te schrijven (Schellevis & Moerland, 2023).

 

Wat ChatGPT niet doet, is zijn bronnen laten zien. Hij zegt soms hele mooie dingen, maar die hoeven helemaal niet waar te zijn. Dit is niet te controleren. Daarnaast is er natuurlijk de kwestie van auteursrecht: wiens woorden worden gebruikt voor de teksten. En tot slot, bij wie liggen de rechten van de teksten die hij heeft gemaakt?

 

Toch vind ik het in deze tijd een relatief positieve ontwikkeling, mits het goed gebruikt wordt. Dankzij het internet ligt de meeste informatie voor het oprapen. AI kan ingezet worden voor het maken van samenvattingen, of om een duidelijke uitleg te krijgen over een onderwerp. Het kan ook gebruikt worden voor tekstcorrectie en opzetten voor werkstukken.

Natuurlijk is het grootste nadeel dat leerlingen minder schrijven, want ze laten het ChatGPT doen. Daardoor loop je het risico dat ze geen eigen stem ontwikkelen. Het heeft een enorme impact op hoe het onderwijs gegeven moet worden, want je kunt het slecht controleren. Er zal zeker een manier komen die door AI gemaakte media kan herkennen, maar ik denk dat dit aanstuurt op procesgeoriënteerd onderwijs, in plaats van prestatiegeoriënteerd. Voor het basisonderwijs vind ik dit een goede ontwikkeling. Kennis ligt tegenwoordig voor het oprapen, het kunnen toepassen ervan is belangrijker.

 

Daarnaast kunnen AI’s ingezet worden voor het maken van lesplannen en voor het nakijken van het werk van leerlingen. Iets wat leerkrachten enorm veel tijd kan besparen (Heaven, 2023). In mijn optiek verandert ChatGPT het onderwijs, maar dit hoeft niet ten nadele te zijn.


VR en AR

Er is ook een ontwikkeling waar ik heel enthousiast over ben, en dat is Virtual Reality (VR) en augmented reality (AR). Ze voegen een extra dimensie toe aan de ervaringen die een leerling kan hebben op school. Opeens kun je plekken bezoeken waar je normaal niet kan komen zoals de Taj Mahal, de diepzee of de planeet Mars (Leraar24, 2023). Daar kun je allerlei leuke oefeningen aan koppelen, zoals afstand of oppervlakte meten of het leven op een ander plek bespreken. Afhankelijk van de technologie, kun je ook zelfs spelletjes doen of kunst maken in VR.

 

Ik vind het heel belangrijk dat onderwijs kinderen motiveert om te leren. Daarnaast ben ik ervoor wanneer leerlingen niet alleen maar zitten en naar een scherm of boek kijken. Idealiter is er veel afwisseling. AR en VR geven weer nieuwe gereedschappen die het onderwijs rijker kunnen maken.

Het kan bijdrage aan de betrokkenheid van leerlingen, omdat het een nieuwe manier is om interactie met de wereld aan te gaan. Ik kan mij voorstellen dat deze technieken ook voor weerbaarheidstraining gebruikt kunnen worden om situaties te simuleren. Dit is een van de vele toepassingen die mogelijk zijn dankzij VR/AR.

 

De grootste nadelen zijn fysieke klachten. Je kunt snel duizelig of misselijk worden als je een VR-bril gebruikt. Kinderen kunnen overprikkelt raken en het is niet goed voor de ogen om zo dichtbij te focussen. Beperkt en slim gebruik voorkomt gelukkig een hele hoop van deze klachten (Virtual Reality En Augmented Reality in Het Onderwijs - Wikiwijs Maken, n.d.).

Bronnen:

21e-eeuwse vaardigheden. (n.d.). SLO. https://www.slo.nl/thema/meer/21e-eeuwsevaardigheden/

Alkema, E., Kuipers, J., Lindhout, C., Ori, G., & Tjerkstra, W. (2022). Meer dan onderwijs: theorie en praktijk van het onderwijs in de basisschool.

BRON. (2023, June 8). 'Slim hulpje’ ChatGPT is kans voor onderwijs. https://bron.fontys.nl/slim-hulpje-chatgpt-is-kans-voor-onderwijs/

Heaven, W. D. (2023, April 7). ChatGPT is going to change education, not destroy it. MIT Technology Review. https://www.technologyreview.com/2023/04/06/1071059/chatgpt-change-not-destroy-education-openai/

Informatievaardigheden. (n.d.). SLO. https://www.slo.nl/thema/vakspecifieke-thema/natuur-techniek/kennisbasis/werkwijzen/artikel/

Jonkers, A. (2018, February 23). Wat doen al die schermen met je kinderen? volkskrant.nl. https://www.volkskrant.nl/beter-leven/wat-doen-al-die-schermen-met-je-kinderen~bdb246f1/

Kennisnet, Van Bruggen, W., Pijpers, R., Stiller, L., & Boeke, H. (2016). Computational thinking in het Nederlandse onderwijs. Kennisnet.

Leraar24. (2023). Virtual reality in het onderwijs: dit kun je ermee. Leraar24. https://www.leraar24.nl/283428/virtual-reality-in-het-onderwijs-dit-kun-je-ermee/

Mizouri, J. (2017, October 6). Pedagogische kijk op digitale geletterdheid op de vrijeschool - Kennisnet. Kennisnet. https://www.kennisnet.nl/artikel/6803/pedagogische-kijk-op-digitale-geletterdheid-op-de-vrijeschool/

NOS. (2023, March 24). Kinderen meer op scherm dan ooit, kwart van baby’s meer dan twee uur per dag. NOS. https://nos.nl/artikel/2468642-kinderen-meer-op-scherm-dan-ooit-kwart-van-baby-s-meer-dan-twee-uur-per-dag

Oogfonds. (2016, October 27). Buiten spelen moet, het doet je ogen goed! [Video]. YouTube. https://www.youtube.com/watch?v=zXLkhpps84I

Rudolf Steiner School. (2020, February 17). The Answer for Schools Is Not More Technology. It’s Teachers and Human Connection. Rudolf Steiner School. https://www.steiner.edu/the-answer-for-schools-is-not-more-technology-its-teachers-and-human-connection/

Schellevis, J., & Moerland, S. (2023, January 16). ChatGPT glipt langs docenten: “Ik gebruik het om snel huiswerk te maken.” NOS. https://nos.nl/artikel/2460020-chatgpt-glipt-langs-docenten-ik-gebruik-het-om-snel-huiswerk-te-maken

Schildkamp, T. (2023, February 27). Didactief | Data met wijsheid. https://didactiefonline.nl/artikel/data-met-wijsheid

Tessie. (2023, June 15). Schermen. . . Vriend of vijand? Devrijejuf. https://devrijejuf.blog/2023/05/17/het-nadelig-effect-van-schermen/

Virtual reality en augmented reality in het onderwijs - Wikiwijs Maken. (n.d.). Wikiwijs. https://maken.wikiwijs.nl/98226/Virtual_reality_en_augmented_reality_in_het_onderwijs#!page-3097741

Wat is mediawijsheid? - Mediawijsheid.nl. (2022, December 16). Mediawijsheid.nl. https://www.mediawijsheid.nl/veelgestelde-vraag/wat-is-mediawijsheid/